Het is vandaag zondag en de eerste week prikken zit er nu
op. Ook al blijft het prikken iets waar ik nog elke ochtend tegen op kijk, moet
ik toegeven dat het me mee valt. Het lijkt erger dan het is. Om te laten zien
wat ik bedoel heb ik een foto van de injectie en de prikpen bij dit blog
gedaan, een eerste foto. Toen ik die injectiespuit voor mijn neus kreeg moest ik echt even slikken!
Mijn buik vertoont bijna geen sporen van het prikken, hier
en daar zie je de plekjes waar de naald erin is gegaan en mijn buik voelt alsof
een sterke bokser me een klap heeft verkocht, maar er is niets wat me belemmert
in het dagelijks leven. Vandaag heeft Marije haar eerste prik bij me gezet. We
vinden het belangrijk dat ook zij leert hoe het moet. Er zullen dagen zijn dat
ik, net als ieder ander, honds ziek wakker wordt en dat zij de prik moet
zetten. Ik vond het heel moedig van haar, sterker nog, ik vond het spannender
dan zij. We hebben samen de handeling doorgenomen en het ging helemaal goed.
De komende dagen mag ze de prik zetten totdat ze helemaal door heeft hoe het
moet en er vertrouwd mee is. Het is een troostende gedachte dat er iemand bij
me is die me hierbij kan helpen als het nodig is.
De laatste week is voor mij ook best symbolisch geweest. Ik
heb elke week een gesprek met een hele goede en vriendelijke banen coach. Hij
helpt me om me zo goed mogelijk neer te zetten in de arbeidsmarkt. Uitgaan van
je kwaliteiten en deze zo kenbaar maken, dat bedrijven je graag als aanvulling
op hun team hebben. Ik heb echt weer zin om aan de slag te gaan! En met de hulp
van deze man gaat dat lukken. Ok, ik moet toegeven dat als de zon schijnt en ik
op mijn fiets naar het strand zit, ik af en toe kan grinniken… Ieder nadeel heb
z’n voordeel denk ik dan.
Daarnaast hoef ik de komende half jaar niet meer naar het
ziekenhuis. Het is Copaxone spuiten en hopen dat er geen nieuwe aanval komt.
Wanneer die wel komt is het aan de Prednison voor vijf dagen en weer gewoon
verder. Maar daar ga ik niet van uit. Over een half jaar volgt een gesprek met
mijn neuroloog om te kijken hoe het er met mij voorstaat. En over een jaar
krijg ik een nieuwe MRI en bloedonderzoeken om de werking van de Copaxone te
bepalen.Even geen ziekenhuizen meer voorlopig, gelukkig.
Automatisch ga ik weer dromen over een sportieve prestatie.
Het is alweer bijna drie maanden geleden dat ik de halve marathon heb gerend en
door alle heisa heb ik niet echt consequent meer gesport en ik mis het. Ik ben
blij dat ik niet broodmager ben zoals ik al eerder heb uitgelegd, maar ik moet ook een beetje
aantrekkelijk blijven. Bovendien is het nastreven van een sportief doel iets wat
me op heel veel vlakken motiveert. Het zet me aan tot een nog gezondere
levensstijl en het is een houvast om eventuele hobbels te overwinnen. Ik ben
nog aan het bedenken wat de sportieve prestatie moet worden, maar stiekem denk
ik steeds meer na over een droom die ik al heel mijn leven heb, een marathon.
Na een stuk of dertig halve marathons is het tijd en laten we eerlijk zijn, ik
kan die droom beter snel naleven, want ik zal er niet jonger op worden.
Stoer Marije!
BeantwoordenVerwijderen