Populaire berichten

woensdag 2 mei 2012

In god we (don't) trust.


Ik ben bezig met het promoten van een heel mooi boek, “Den Haag Architectuurstad”. De naam zegt het al, het is een boek over de architectuur in Den Haag. In het boek staat de ‘Pastoor van Arskerk’, een kerk waar ik mijn vormsel heb gedaan. Ik werd daarvoor gevraagd door de pastoor, hij kon niet genoeg tieners vinden en de bisschop zou speciaal uit Utrecht overkomen om het vormsel van een aantal (uiteindelijk 2) tieners bij te wonen. De pastoor was blij met mijn deelname, anders zou het een karige bedoeling geweest zijn.

Ik was zojuist in de ‘Pastoor van Arskerk’ om het boek te laten zien aan de vrouw die de kerk op dit moment in beheer heeft. Ze vond het prachtig en gaf mij een tour door het prachtige gebouw. Ze vertelde dat de pastoor op het randje van de dood heeft gebalanceerd. Ik schrok ervan, die man heeft me twee jaar bijles in Frans gegeven en daar ben ik hem nog steeds dankbaar voor. Ik hoorde mezelf zeggen tegen de vrouw die zo veel van hem houdt; “Zo gaat dat in het leven”. Direct daarna dacht ik, alsof jij iets van het leven weet.

Maar toen dacht ik verder… Ik heb niet veel spannende of ingrijpende dingen mee gemaakt. Ik heb vooral veel lol gemaakt en ondertussen hier en daar wat papiertjes gehaald. Er zijn mensen om me heen gestorven, sommige veel te vroeg, sommige omdat ze het zelf wilden. Er zijn mensen ziek geworden om me heen en die werden ook weer beter. Maar echt extreme tegenslagen heb ik nog niet hoeven verwerken. Behalve mijn eigen tegenslag. En die moet ik nog steeds verwerken. Ik denk niet dat geloven in een god me daar bij zou hebben geholpen, het zou me eerder meer bedroefd hebben gemaakt. Waarom doet god me dit aan? Zou ik hebben gedacht. Waar heb ik dit aan verdiend, ben ik een slecht mens?

Maar zo werkt het in mijn ogen niet. Ik blijf erbij, zo gaat dat in het leven. Echte tegenslagen komen en je wordt er sterker van. Ik geef god niet de schuld, of ik vraag hem niet waarom. Ik denk dat we allemaal in het leven af en toe een hele diepe buiging moeten maken. Sommige buigen naar god. Ik buig naar mijn ouders, mijn broertje, mijn vriendin en mijn vrienden. Mijn familie en al mijn naasten die om me geven. Ik buig heel diep. Met mijn buiging toon ik mezelf en iedereen om me heen dat ik ze nodig heb en bedank ik ze. Maar buigen doe je niet voor altijd.

Mijn buiging heeft een tijd geduurd, dat hebben jullie kunnen lezen. Af en toe voel ik mezelf weer voorover hellen. Maar het einde van mijn buiging is in zicht. Ik kom overeind tot een nieuwe buiging vereist is. Komende dinsdag krijg ik alle uitslagen te horen, dus ik hoop dat ik dan niet meteen weer hoef te buigen. Maar zelfs dan blijf ik denken, dit hoort bij het leven. Bovendien is het veel makkelijker om fier overeind te staan, als je af en toe diep moet buigen, weet ik nu. Ik ben nog nooit zo gelukkig geweest! En dat komt weer omdat de buiging die ik heb moeten maken beantwoord is met een hele hoop liefde en warmte. Amen.  

1 opmerking: