Ik ben bezig met het promoten van een heel
mooi boek, “Den Haag Architectuurstad”. De naam zegt het al, het is een boek
over de architectuur in Den Haag. In het boek staat de ‘Pastoor van Arskerk’,
een kerk waar ik mijn vormsel heb gedaan. Ik werd daarvoor gevraagd door de
pastoor, hij kon niet genoeg tieners vinden en de bisschop zou speciaal uit
Utrecht overkomen om het vormsel van een aantal (uiteindelijk 2) tieners bij te
wonen. De pastoor was blij met mijn deelname, anders zou het een karige
bedoeling geweest zijn.
Ik was zojuist in de ‘Pastoor van Arskerk’ om
het boek te laten zien aan de vrouw die de kerk op dit moment in beheer heeft.
Ze vond het prachtig en gaf mij een tour door het prachtige gebouw. Ze vertelde
dat de pastoor op het randje van de dood heeft gebalanceerd. Ik schrok ervan,
die man heeft me twee jaar bijles in Frans gegeven en daar ben ik hem nog
steeds dankbaar voor. Ik hoorde mezelf zeggen tegen de vrouw die zo veel van
hem houdt; “Zo gaat dat in het leven”. Direct daarna dacht ik, alsof jij iets
van het leven weet.
Maar toen dacht ik verder… Ik heb niet veel
spannende of ingrijpende dingen mee gemaakt. Ik heb vooral veel lol gemaakt en
ondertussen hier en daar wat papiertjes gehaald. Er zijn mensen om me heen
gestorven, sommige veel te vroeg, sommige omdat ze het zelf wilden. Er zijn
mensen ziek geworden om me heen en die werden ook weer beter. Maar echt extreme
tegenslagen heb ik nog niet hoeven verwerken. Behalve mijn eigen tegenslag. En
die moet ik nog steeds verwerken. Ik denk niet dat geloven in een god me daar
bij zou hebben geholpen, het zou me eerder meer bedroefd hebben gemaakt. Waarom
doet god me dit aan? Zou ik hebben gedacht. Waar heb ik dit aan verdiend, ben
ik een slecht mens?
Maar zo werkt het in mijn ogen niet. Ik blijf
erbij, zo gaat dat in het leven. Echte tegenslagen komen en je wordt er sterker
van. Ik geef god niet de schuld, of ik vraag hem niet waarom. Ik denk dat we
allemaal in het leven af en toe een hele diepe buiging moeten maken. Sommige
buigen naar god. Ik buig naar mijn ouders, mijn broertje, mijn vriendin en mijn
vrienden. Mijn familie en al mijn naasten die om me geven. Ik buig heel diep.
Met mijn buiging toon ik mezelf en iedereen om me heen dat ik ze nodig heb en
bedank ik ze. Maar buigen doe je niet voor altijd.
Mijn buiging heeft een tijd geduurd, dat
hebben jullie kunnen lezen. Af en toe voel ik mezelf weer voorover hellen. Maar
het einde van mijn buiging is in zicht. Ik kom overeind tot een nieuwe buiging
vereist is. Komende dinsdag krijg ik alle uitslagen te horen, dus ik hoop dat
ik dan niet meteen weer hoef te buigen. Maar zelfs dan blijf ik denken, dit
hoort bij het leven. Bovendien is het veel makkelijker om fier overeind te
staan, als je af en toe diep moet buigen, weet ik nu. Ik ben nog nooit zo
gelukkig geweest! En dat komt weer omdat de buiging die ik heb moeten maken
beantwoord is met een hele hoop liefde en warmte. Amen.
Raakt me diep en ontroert me Bas. Trotse mam
BeantwoordenVerwijderen